Renee Jonker: “Werkelijk iedere noot en ieder interval heeft voor Kurtág een diepe betekenis”
Conservatoriumdocent en directeur van de Société Gavigniès Renee Jonker haalde het echtpaar György en Márta Kurtág in 1997 naar Nederland, waar ze twee jaar woonden. Marta Kurtág overleed in 2019. Jonker en de Kurtágs hielden altijd contact.
Je was onlangs nog bij Kurtág. Hoe gaat het met hem?
“Hij is… kras. Lichamelijk gaat het niet goed, hij zit in een rolstoel. Maar zijn hoofd is helder. Het is ongelooflijk hoe paraat hij alles heeft. Ik was twee dagen bij hem met dirigent Chloe Rooke en pianist Ellen Corver om te werken aan de uitvoeringen van dit weekend, zoals zijn grote orkestwerk Stele, op. 33. Iedere noot heeft bij Kurtág een verhaal. Kijk, dit verwijst naar die partita van Bach! roept hij dan. Vervolgens duwt hij Ellen haast van de pianokruk om uit het hoofd vijf minuten lang uit die partita voor te spelen. Verbijsterend.”
Kurtág heeft de reputatie zeer veeleisend te zijn. Hoe was dat voor een jonge dirigent als Chloe Rooke?
“Kurtág is een componist voor wie de traditionele notatie tekortschiet. Er is zoveel betekenis in zijn muziek die hij niet kan overbrengen in een partituur. Het is goud waard als hij kan voorspelen en voorzingen wat hij precies bedoeld heeft, qua klank en intensiteit, maar bijvoorbeeld ook qua stemvoering bij bepaalde koralen. Chloe is heel onbevangen en wil echt begrijpen wat de intenties van de componist zijn. Die wisselwerking liep ontzettend goed. Het is fascinerend om te zien dat Kurtág blíjft componeren, wanneer hij aan een stuk werkt. En hij gaf Chloe ook het vertrouwen om als dirigent zelf bepaalde dingen uit te proberen.”
Hoe belangrijk zijn de vele verwijzingen die je noemt voor Kurtág?
“Heel belangrijk, essentieel. Werkelijk iedere noot en ieder interval heeft voor hem een diepe betekenis. Het eerste akkoord van Stele komt bijvoorbeeld letterlijk uit de Leonore ouverture van Beethoven, een van de vroege ouvertures voor wat later Beethovens enige opera werd, Fidelio. Het verhaal van die opera, over opgesloten zitten in een kerker, speelt hevig mee in Kurtágs hoofd. Eén noot kan wel drie dingen betekenen en die wil hij je allemaal meegeven. Zijn werk staat bol van de verwijzingen. Die rijkdom ken ik eigenlijk niet in die mate van enig andere componist. En toch heeft hij een onmiskenbare eigen taal. Het is een grote worsteling geweest om die te ontwikkelen. Pas toen hij al in de vijftig was heeft hij naar eigen zeggen zijn taal gevonden.”
Beethoven staat zelf ook op het programma, met zijn Vierde pianoconcert.
“Dat was een idee van Klaas de Vries. En het past heel goed. Kurtág heeft weleens tegen me gezegd: mijn moedertaal is Bartók, en Bartóks moedertaal was Beethoven. Klaas schrijft ook een nieuwe cadens voor de solist, Hannes Minnaar. Beethoven vormt hier een soort verbinding tussen Stele en het grote nieuwe orkestwerk van Klaas.”
Er staat zondag ook een onbekend jeugdwerk van Kurtág op het programma. Wat is dat voor een stuk?
“Toen de Kurtágs in 1997 naar Nederland kwamen was György hier een grote onbekende. Hij kwam zogenaamd als gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium, maar eigenlijk was het plan dat hij eindelijk zijn opera zou schrijven voor DNO. Nou, hij componeerde van alles, behalve die opera. Maar er ontstonden wel nauwe samenwerkingen en vriendschappen met allerlei Nederlandse musici, zoals Reinbert de Leeuw en Ellen Corver. Ellen kreeg van Kurtág een bundeltje pianostukken, een suite die hij componeerde als zestienjarige puber en die nog niet was uitgegeven. Volgens Kurtág was het helemaal niets – totdat Ellen het vorig jaar aan hem voorspeelde. Toen werd hij toch weer enthousiast. Prachtig om te zien was dat. Hij moest toegeven dat het zo slecht nog niet was wat hij tachtig jaar geleden had opgeschreven. En het wonderlijke is: de kiem van Kurtágs stijl, die hij met zoveel pijn en moeite heeft ontwikkeld, was daarin al aanwezig.”
Bekijk hier het volledige programma dat samengesteld is door Klaas de Vries. Info en kaarten.