Mathilde Wantenaar: “Ik vond het erg leuk om te doen!”
Componist Mathilde Wantenaar is gastcurator van de maarteditie van Festival Dag in de Branding. Muziekjournalist Joep Stapel ging met haar in gesprek over het programma en over haar eigen nieuwe Concert voor accordeon en orkest.
Hoe was het om gastcurator van Dag in de Branding te zijn?
“Ik vond het erg leuk om te doen! Je krijgt een kijkje in de keuken: hoe geef je een festival vorm, met welke voorstellen komen ensembles. Ik werkte samen met de artistiek coördinator, en één programma heb ik helemaal zelf ingericht, met muziek van bevriende generatiegenoten. Af en toe was het ook wel pittig: er komt veel bij kijken en programmeren kost veel tijd. Ik ben nogal perfectionistisch – een beetje controlfreakerig, zelfs.”
Heeft het programma een rode draad?
“Er is vaak discussie over de vraag wat vernieuwing in de muziek nu precies is. Waarom is het een wel nieuw en het ander niet? En wie bepaalt dat? Als we allemaal op dezelfde manier vernieuwen, hoe vernieuwend is dat dan nog? Die vragen vormen voor mij een rode draad in deze editie van Dag in de Branding. En daarnaast misschien ook wel: nieuwsgierigheid naar wat mensen maken. Niet op een dogmatische, maar op een speelse manier. Als componist zit je veel alleen en ik vind het een prettig idee dat overal ter wereld mensen mooie dingen maken – en dat ik onderdeel ben van die gemeenschap.”
Je eigen nieuwe werk is een accordeonconcert – geen alledaags solo-instrument in de klassieke muziek. Hoe kwam je erbij voor accordeon te schrijven?
“Mijn vader is jazzaccordeonist, dus ik ken het instrument van heel nabij. Hij komt uit een boerengezin uit Soest, mijn opa speelde ook accordeon en alle zeven kinderen moesten op accordeonles. Mijn vader is de jongste van de zeven en hij studeerde aan het conservatorium in Hilversum, eerst klassiek, later jazz. Naast accordeon deed hij als tweede hoofdvak piano, en omdat hij graag tango wilde spelen heeft hij ook nog bandoneon geleerd – een totale nachtmerrie, dat instrument, de knoppen lijken willekeurig door elkaar te zitten en je krijgt ook nog verschillende tonen als je duwt of trekt. Mijn vader is een muzikale duizendpoot, en dat heb ik ook. Je moet uitkijken dat je niet te versnipperd raakt, maar het geeft ook rijkdom, vind ik. De verschillende ervaringen die je opdoet neem je weer mee naar je volgende project.”
Hoe was de samenwerking met de solist, Vincent van Amsterdam?
“Heel fijn. Vincent kan alles en we hebben veel gesproken over de mogelijkheden van het instrument, over de improvisatie-elementen. Bovendien heeft het stuk ook een theatrale kant. Er is een moment dat een tango wordt onderbroken door een valse wals – dat kan namelijk óók op een accordeon. Het is heel extreem: lelijk op een lekkere manier, echt vies gewoon. Daar hebben we enorm om gelachen. De eerdere muziek is bijna té vrolijk, dus dat contrast was nodig. Ik vind het mooi als al die dingen in dezelfde wereld kunnen bestaan.”
Hoe zou je jezelf als componist omschrijven?
“Ik denk dat ik een flexibele componist ben. Ik vind het leuk om me in te leven en ik ben best goed in het inschatten van de context van een werk en me daarop richten. Ik heb bijvoorbeeld een stuk geschreven voor de Iordens B Prijs, het vioolconcours voor kinderen van 13 tot en met 14 jaar. Dat moet geschikt zijn voor de leeftijd, maar ik houd ook rekening met de repetitiecontext: het wordt waarschijnlijk thuis gerepeteerd met familie, dus ik heb gezorgd voor een leuke, maar niet al te moeilijke pianopartij. Bij zo’n stuk ga ik heel anders te werk dan bij mijn Accordeonconcert, voor een professioneel orkest en een geweldige solist, of de arrangementen die ik voor het Nederlands Blazers Ensemble maakte van Bach en soefimuziek. Een kader is fijn. Als iemand een specifiek idee heeft gaat mijn motortje meteen aan.”
Het festival vindt plaats op 15 & 16 maart 2024 in Amare, Nieuwe Kerk en Korzo. Lees meer.