Tom Johnson is geboren in Colorado in 1939, studeerde muziek op Yale University en compositie bij Morton Feldman. Na 15 jaar New York verhuisde hij naar Parijs, waar hij sinds 1983 woont.
Men beschouwt hem als een minimalist, omdat hij met eenvoudige vormen en beperkte middelen werkt en over het algemeen beperkt materiaal gebruikt. Maar hij werkt logischer dan de meeste minimalisten die vaak formules, veranderingen en voorspelbare herhalingen vertonen. Johnson is bekend van zijn opera’s: The Four Note Opera (1972) wordt nog steeds in veel landen uitgevoerd en Riemannoper is sinds zijn première in Bremen in 1988 al meer dan twintig keer op de planken gezet in Duits-sprekende landen. Daarnaast worden ook de volgende werken vaak gespeeld: Bedtime Stories, Rational Melodies. Music and Questions, Counting Duets, Tango, Narayana’s Cows en Failing: een zeer moeilijk stuk voor contrabas solo.
Zijn grootste compositie, Bonhoeffer Oratorium, een Duitstalig werk dat twee uur duurt voor orkest, koor en solisten, beleefde zijn première in Maastricht in 1996. Sindsdien is het in Berlijn en New York uitgevoerd.
Johnson heeft ook grote aantallen radiostukken geschreven, zoals J’entends un choeur (door Radio France genomineerd voor de Prix Italia, 1993), Music and Questions en Die Melodiemaschinen, voor het eerst uitgezonden door WDR Radio in Keulen in januari 1996.
Johnson is ook bekend als journalist en criticus. The voice of New Music, een verzameling artikelen tussen 1972 en 1982 geschreven voor de Village Voice, is door Apollohuis gepubliceerd. Self similar Melodies, een theoretisch boek, is door Editions 75 in 1996 gepubliceerd.
Als uitvoerend musicus treedt Tom Johnson regelmatig op met Galileo, een werk van drie kwartier voor een zelf ontworpen percussie-instrument. Op zaterdag 1 december zal hij dit werk in Den Haag ten gehore brengen tijdens de zesde editie van Dag in de Branding.
Wereldpremière SEPTET voor 2 fluiten, hobo, klarinet, 2 violen en altviool
“In mijn muziek gaat het altijd meer om noten dan om klankkleur. De instrumentatie is vaak niet gespecificeerd, omdat de muziek in veel verschillend gekleurde combinaties even helder kan klinken. Het Septet echter heb ik speciaal geschreven voor twee fluiten, hobo, klarinet, twee violen en altviool. In essentie bestaat de muziek uit een lange reeks vijfstemmige akkoorden. De klank moet voldoende homogeen zijn om de harmonieën goed te kunnen horen, maar omdat subtiele kleurverschillen de muziek zoveel interessanter maken, leek het mij het beste dat ik dit zelf oploste. Ik heb daarbij met opzet alle gebruikelijke regels rond stemvoering overtreden. Op veel plaatsen heb ik de stemmen elkaar laten kruisen, zodat de akkoorden los van een melodisch verband te horen zijn.
De akkoorden zijn geconstrueerd uit een reeks van 11 tonen binnen een tamelijk nauw bereik. Daarbij is het combinatorische ontwerp (11,5,2) gehanteerd:
Elf elementen (11 noten) zijn verdeeld in 11 subgroepen van 5 elementen (11 akkoorden van 5 noten).
Iedere noot komt 5 keer voor, in 5 van de akkoorden.
Ieder notenpaar komt in 2 akkoorden samen voor.
Ieder akkoord heeft 2 noten gemeen met alle andere akkoorden.
Ik heb een van de mogelijke oplossingen voor deze tamelijk verbazingwekkende symmetrische structuur genomen, en deze getransformeerd naar tien gerelateerde oplossingen, zoals ook te zien is op de hierbij afgebeelde partituur. Vervolgens heb ik mijn reeks van 11 tonen gekozen en het resultaat gearrangeerd voor de gekozen instrumenten. Het stuk duurt in totaal ongeveer twaalf minuten.
Wie meer wil weten over de wiskunde achter dit soort structuren verwijs ik naar The Handbook of Combinatorial Designs, redactie Charles J. Colbourn en Jeffrey H. Dinitz (tweede druk, Chapman and Hall/CRC, 2007).“
Tom Johnson, Parijs, augustus 2007
Anne La Berge is fluitist en componist. Zij werkt met interactieve computer systemen, microtonaliteit, improvisatie en legt zich ook als uitvoerder voornamelijk toe op de hedendaagse kamermuziek. Anne La Berge komt uit Minnesota (VS) en woont sinds 1989 in Amsterdam. La Berge maakt deel uit van talloze improvisatie en kamermuziek projecten in Europa en de VS. Ze treedt op in diverse concertzalen in concerten met hedendaagse kamermuziek, op internationale symposia rond ‘Art & Science’ en met improvisaties en elektronica in broedplaatsen en kraakpanden.
Naast haar eigen composities speelt ze ook regelmatig speciaal voor haar geschreven werken met interactieve en/of geïmproviseerde muziek en video. Haar eigen stukken als The Freaks went to sea, Cross, Prairie Gears, Drive, Black Veined White, ur-DU en Toss zijn uitgevoerd op verschillende festivals in Europa en de VS. De afgelopen jaren heeft ze ook korte verhalen geschreven, die met haar composities en improvisaties samenhangen en er naadloos in over gaan. Donemus werkt aan een uitgave van haar interactieve elektronische werk.
Van 1999 tot 2006 organiseerde Anne La Berge de serie “kraakgeluiden” met wekelijkse elektro-akoestische improvisatiesessies in Amsterdam. Deze serie is internationaal bekend geworden dankzij de gedurfde programmering. In 2003 verscheen een compilatie van deze sessies op CD.
Anne La Berge zit in het bestuur van de Stichting Prime en de Stichting Vrouw en Muziek. Met haar echtgenoot David Dramm richtte ze de voLsap Foundation op.
Jan Trützschler von Falkenstein komt oorspronkelijk uit München (Duitsland) en woont nu in Den Haag. Hij houdt zich bezig met improvisatie, live electronics, compositie, (geluids)installaties en performances en brengt deze gebieden bij voorkeur bij elkaar, meestal in samenwerking met videokunstenaars.
Sinds een aantal jaar maakt hij met Tom Tlalim het radioprogramma ‘UCON’, waar elektronische en computermuziek live worden uitgezonden.
Trützschler von Falkenstein studeerde Mediadesign aan de Bauhaus Universiteit in Weimar, en studeerde af aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag, afdeling Sonologie. Hij vervolgt nu zijn opleiding aan de Universiteit van Birmingham.