za 8 december 2012
15:00
Korzo
Prinsestraat 42 Den Haag

Guus Janssen: Streepjes (1981)
Naar aanleiding van Streepjes schreef Janssen: “Ik wilde een nieuw strijkinstrument ontwerpen dat alleen natuurlijke flageoletten zou produceren. Daartoe ontstemde ik bij elk van de vier strijkers die samen het ‘klassieke strijkkwartet’ vormen, één snaar zodanig dat ik, uitgaande van vier boventonen per snaar, een chromatische toonladder kon realiseren met ongeveer de omvang als die van een hobo plus een aantal tonen erboven en eronder. Dit alles was ontstaan uit mijn weerzin om aan de bestaande strijkwartetliteratuur nog een ‘klassiek’ strijkkwartet te moeten toevoegen. Het enige wat ik nog kon ondernemen was grensgebieden zoals natuurlijke flageoletten, te onderzoeken.” Streepjes bleek een zeer succesvol resultaat van dat onderzoek: in de achtien jaar van zijn bestaan voerde het Mondriaan Kwartet geen enkel ander werk zo dikwijls uit.

Guus Janssen: Red, Yellow Boogie Woogie (2011)
Guus Janssen: “Wat mij bevalt aan Mondriaan is het ontbreken van pathetiek. Op het eerste gezicht lijkt zijn werk zakelijk, maar bij nader inzien en vooral inzoomen blijkt er de lyriek te zijn, breekbaar als net bevroren water. Niet alleen het resultaat zelf telt, maar ook de weg erheen, waarbij ook slordigheid te pas komt”
De schilder Piet Mondriaan hield van dansen, van muziek en vooral van jazz. Tijdens dit concert worden spannende filmprojecties van beroemde Mondriaan-schilderijen getoond die gemaakt zijn door Bert Koenderink en Hans Janssen (conservator Gemeentemuseum Den Haag).

Anton Webern: Langsamer Satz (1905)
Anton Webern (1883-1945) behoeft geen introductie als een van de grondleggers van de Tweede Weense School. Maar wat weinig bekend is, is dat hij twee korte tonale composities voor strijkkwartet heeft geschreven. De Langsamer Satz (Slow Movement) dateert uit 1905. De inspiratie ervoor ontstond tijdens een wandelvakantie met zijn toekomstige vrouw in de bergen buiten Wenen. Oorspronkelijk wilde Webern een kwartet componeren, maar toen hij het eerste deel ervan had geschreven besloot hij het daar bij te laten. De Langsamer Satz is geworteld in de romantische tonaliteit van de late 19de eeuw. Het werk wordt gekenmerkt door een breed scala aan emoties, van heftig verlangen tot dramatische onrust en een permanent streven naar een vreedzame ontknoping.

Jacob van Domselaer: Proeven van Stijlkunst 4 en 5 (1913-1916)
Bewerking voor piano en kwartet van Guus Janssen. Proeven van Stijlkunst van Jacob van Domselaer is geïnspireerd op diens vriendschap met kunstenaar Piet Mondriaan. De ideeën die de kunstenaar verwezenlijkt in zijn werk, zijn vertaald naar de muziek door Van Domselaer. Het resulteert in Proeven van Stijlkunst.

Jakob van Domselaer (1890-1960) is op 15 april 1890 te Nijkerk geboren. Na enkele jaren orgel en pianoles van Johan Enderlé en Willem Petri volgt Van Domselaer compositie en pianolessen bij dr. Johan Wagenaar te Utrecht. De jaren bij Wagenaar zijn voor Van Domselaer bijzonder vruchtbaar geweest. Op advies van Wagenaar vertrekt Van Domselaer in de zomer van 1911 naar Berlijn om de pianostudie voort te zetten bij Frédèric Lamond. In Berlijn komt hij met veel internationale figuren uit de kunstwereld in aanraking. Een grote invloed op Van Domselaer hebben de concerten van Busoni. Door een intensief en bijna dagelijks kontakt met de kring rond Busoni krijgt hij inzicht in de verschillende opvattingen van Busoni en Schönberg. In 1914 introduceert Van Domselaer de muziek van beiden in Nederland. In de laatste 40 jaar van zijn leven woont hij in betrekkelijke afzondering in Bergen (NH) waar hij 39 Sonates, Suites en Variaties, 2 Pianoconcerten en een Symfonie voltooit.

Paul Termos: String Quartet No 1
“Componeren is voor mij zoiets als een uiterst trage vorm van improviseren.” Een vlotte werker was Termos allerminst. Een groot oeuvre heeft hij dan ook niet nagelaten, maar wel een oeuvre waarvan iedere noot is gewikt en gewogen. Zo duurde het b.v. bij zijn Strijkkwartet 1 lang voordat hij de eerste noten op papier zette. Het betoog dat Termos in zijn Strijkkwartet 1 houdt, liegt er niet om. De botsing tussen onverbeterlijk optimisme en een permanent gevoel van dreiging – een confrontatie die in veel van zijn composities voorkomt – is wellicht nergens zo manifest als in dit stuk. De eerste viool speelt een folkloristisch aandoend melodietje, op de hielen gezeten door grommende bourdons. De middelen die Termos aanwendt zijn even eenvoudig als doeltreffend: het solomotief van de eerste viool dat terugkeert in verschillende permutaties, omstuwd door bourdontonen die tegen elkaar aanwrijven in een tweedelig en driedelig ritme. Dat is eigenlijk alles. De uiterst kernachtige melodische motieven die in de loop van een stuk kleine, maar ingrijpende melodische en ritmische veranderingen ondergaan, zijn terugkerende verschijnselen in Termos’ muziek.

Paul Termos (Hilversum, 15 januari 1952 – Amsterdam, 20 mei 2003) staat met één been in de wereld van de hedendaagse gecomponeerde muziek, en met het andere in de jazz en geïmproviseerde muziek. In de keuze van zijn muzikale partners valt dat ook op. Al in het begin van zijn carrière sluit hij een muzikale vriendschap met pianist Guus Janssen, die net als hij voor ensembles en orkesten componeert en daarnaast zelf improviseert. Met Maarten Altena deelt hij die combinatie ook, en hij speelt in de jaren tachtig een rol in diens kwartet en octet. Eind jaren tachtig begint Termos een eigen grote groep, waarin hij zijn opvattingen over componeren en improviseren volledig kan uiten. In 2003 overlijdt Paul Termos aan alvleesklierkanker.

Altijd als eerste op de hoogte?
Schrijf u in op onze nieuwsbrief!

U ontvangt regelmatig programmanieuws en mooie aanbiedingen.

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten