Acteurs (The English Theatre): Edward Yankee, Jeremiah Fleming, William Sutton, Yonathan Keren, Amanda Wolzak
Leerlingen van The International School of The Hague: James Evans (als John Cage) Zoe Evans, Chiara Marsch, Lucas Bree. Presentatie: Erik Bakker
Percussionisten: Juan Martinez, Joey Marijs, Fedor Teunisse, Niels Meliefste, Frank Wienk en Pepe Garcia | Slagwerk Den Haag
Artistieke leiding: Sjaron Minailo / Productieleiding: Krista te Brake.
In 2012 is het precies een eeuw geleden dat John Cage werd geboren in Los Angeles. Dag in de Branding besteedt ruimschoots aandacht aan dit postume verjaarsfeest. In de geest van de Amerikaanse avant-garde componist (die het ‘normale’ nooit als norm nam) biedt het festival een programma waarin de Nederlandse première van The city wears a slouch hat het middelpunt vormt. Een cruciaal stuk in Cage’s muzikale ontwikkeling.
“I believe that the use of noise to make music will continue and increase until we reach a music produced through the aid of electrical instruments which will make available for musical purposes any and all sounds that can be heard.”
John Cage in: ‘The Rest is Noise’, by Alex Ross.
The city wears a slouch hat wordt gezien als de belangrijkste ‘mislukking’ van Cage en cruciaal voor zijn verdere ontwikkeling. We schrijven 1942, het tijdperk waarin radio nog een nieuw medium was, als Cage wordt benaderd door CBS Radio om muziek te schrijven bij het experimentele hoorspel van Kenneth Patchen met de titel The City Wears A Slouch Hat (TCWASH). De ambitieuze componist ziet de opdracht als dé kans om zijn lang gekoesterde idee van een ‘liberation of sound’ te verwezenlijken; in Cage’s optiek kon immers elk denkbaar geluid onderwerp zijn van muziek. Zodoende stortte hij zich enthousiast op een stuk dat ‘enkel en alleen uit elektronische geluidseffecten’ zou bestaan, om slechts een week voor de uitzending te horen te krijgen dat zijn 250 pagina’s tellende partituur niet realiseerbaar was. De in allerijl omgewerkte versie voor percussie-instrumenten legde onmiskenbaar de basis voor de latere Cage.
The City Wears A Slouch Hat handelt over de omzwervingen van een mysterieuze, ontwortelde en anonieme zwerver, die ‘The Voice’ wordt genoemd. The Voice citeert de poëzie van zestiende eeuwse dichters als Christopher Marlowe en John Donne uit het hoofd. Maar de helderziende wijsheid die hij daarmee suggereert te bezitten is schijn. Hij gaat in gesprek met mensen en dieren, met de gebouwen, geluiden en (weers-) omstandigheden van de grote, in het hoorspel niet nader genoemde stad. In zijn wanhoop klampt hij zich vast aan alles wat lijkt op een zuivere vorm van leven om zich tenslotte terug te trekken op een rots voor de kust, een eiland van stilte dat hij zijn vriend noemt.
STET: Stichting The English Theatre is opgericht in 2006 met als doel professionele Engelstalige theaterproducties vanuit het buitenland dan wel van Nederlandse bodem te ondersteunen. STET heeft inmiddels meer dan 40 zeer gevarieerde internationale producties gebracht, waaronder openluchtvoorstellingen en jong werk van pas afgestudeerde theatermakers in reguliere theaters en op locatie. Het meeste werk van STET is in Den Haag te zien. STETs publiek is internationaal – waaronder ook veel Nederlanders – variërend van CEO’s tot studenten.
Over de gebeurtenissen uit 1942 is veel gezegd en geschreven, zowel door Cage zelf als door anderen. Zo slim, vindingrijk en vrijzinnig als Cage was zo onbevangen was en bleef hij ook. Het speelse kind in hem is nooit verloren gegaan. Daarom leek het ons niet meer dan gepast om ter gelegenheid van zijn 100ste verjaardag kenmerkende stukken uit die (Engelse) teksten door kinderen te laten voorlezen. Hun inbreng is op video opgenomen en wordt tijdens het concert geprojecteerd.
Credo in US is in oorsprong een stuk voor dans en muziek dat Cage een maand na de ‘mislukking’ van TCWASH schreef. Hij nam de choreografie van Jean Erdman en zijn latere levenspartner Merce Cunningham als uitgangspunt voor de compositie. Het is voor het eerst dat Cage in een eigen stuk opgenomen muziek van andere componisten gebruikt. Hij adviseert de uitvoerders van Credo in Us om werk van Dvorak, Beethoven, Sibelius of Sjostakovitsj te citeren. Cage omschrijft Credo in Us als een suite met een satirische karakter. Jean Erdman herinnert zich dat bij de première van het stuk op 1 augutus 1942 in Bennington (Vermont) een ’tack-piano’ werd gebruikt (een piano met plectrums in het vilt van de hamers gemonteerd), waarbij de pianist soms ook de snaren dempt of, als een slagwerker, de kast van de piano als instrument gebruikt.
“Merce Cunningham and Jean Erdman were working with Martha Graham at Bennington College and before they left, they asked me to write some music for a dance which the would make that summer. And so I wrote it (Credo in US) and in return for writing the music Jean and Joe Campbell gave us (Cage and his wife Xenia) their apartment which they still live in on Waverly Place. So we had a Place to live, but no money for food, I mean literally. There was one of those days I felt relieved because I found that I hade not even a cent – nothing. Ik think before I had nothing I had written some letters to people telling them of the situation and in that way I received something like fifty dollars through the mail. And at that time that was a good deal. And in the course of it, John Steinbeck, who was an old friend, came along and invited us to the 21 Club for lunch. I was so horrified becase lunch cost over, well over, a hundred dollars.
John Cage in ‘The Rest is Noise’, by Alex Ross.
Cage’s open houding ten opzichte van zijn klankmateriaal mag eveneens blijken uit de rest van het programma. Zo experimenteerde hij in zijn werken voor ‘prepared piano’ met de klankmogelijkheden van het klavier door een arsenaal aan schroeven, gummetjes, paperclips en moertjes tussen de snaren te plaatsen. Cage gebruikte de techniek voor het eerst in 1938, toen hij muziek componeerde bij de dansvoorstelling Bacchanale, van Syvilla Fort. Aanvankelijk stond Cage een percussie-ensemble voor ogen, maar wegens ernstig ruimtegebrek zag hij zich genoodzaakt de toevallig aanwezige piano onder handen te nemen. Precies tien jaar later componeerde Cage zijn Sonatas and Interludes. Een cyclus die sindsdien geldt als de bijbel voor het geprepareerde klavier.
De term prepared piano werd bedacht door John Cage, die in 1938 een stuk moest schrijven voor een auditorium waar geen ruimte was voor een slagwerkensemble maar wel een piano stond. Het bewerken van de piano bleek de oplossing. Cage gebruikte schroefjes, moertjes, spijkers, gummetjes, stukjes papier en vele andere materialen en schreef hierbij dikwijls zeer nauwkeurig voor welke soort en lengte of dikte nodig was en waar deze hulpmiddelen geplaatst dienen te worden om het gewenste effect te bereiken. Tien jaar later leidde dit tot de compositie van zijn Sonatas and Interludes. Een cyclus die sindsdien geldt als de bijbel voor het geprepareerde klavier.
Slagwerk Den Haag Sinds de oprichting in 1977 richten de musici zich op het spelen en ontwikkelen van hedendaagse slagwerkmuziek in de meest uiteenlopende vormen: van bestaand repertoire, via nieuwe opdrachten en samenwerking met componisten, tot onderzoek naar de grenzen en mogelijkheden van georganiseerd geluid. Als gespecialiseerd ensemble heeft Slagwerk Den Haag op dit terrein een toonaangevende positie opgebouwd in binnen- en buitenland, wat hen in de loop der jaren dan ook naar vrijwel alle landen van Europa, de Verenigde Staten, het Midden-Oosten, Japan en Korea bracht.