za 14 december 2013
14:00
Dr Anton Philipszaal

Bartóks opera is gebaseerd op het verhaal “Barbe Bleu” (1697) van Charles Perrault. In dat verhaal is Blauwbaard een welgesteld landheer die uiteindelijk zal worden gedood door de broers van zijn beoogde bruid. Blauwbaard had haar verboden een bepaalde kamer in zijn kasteel te openen, maar zij kon de verleiding niet weerstaan. In deze kamer bevinden zich de drie eerder beoogde bruiden van Blauwbaard die door hem werden gedood.

In de versie van Bartoks librettist Bela Balázs gaat het niet om één maar om zeven verboden kamers. De bruid, Judith, wil beslist weten wat zich achter die deuren bevindt. Zij laat geen middel onbenut om haar doel te bereiken. Een vasthoudendheid die zij tenslotte met het verlies van haar ziel en zaligheid moet bekopen.

Bij Perrault wordt Blauwbaard afgeschilderd als een gewetenloze schurk. Bij Bartok/Balázs wordt een oordeel uitgesteld of in ieder geval aan de toeschouwer overgelaten. Dit wordt des te begrijpelijker als we beseffen dat Bartok/Balázs hun versie schreven in 1911, tegen het eind van een veelbetekende symbolistische stroming in het theater, en, niet toevallig, op het hoogtepunt van Siegmund Freuds psychoanalytisch onderzoek naar het onderbewuste in de mens.

Altijd als eerste op de hoogte?
Schrijf u in op onze nieuwsbrief!

U ontvangt regelmatig programmanieuws en mooie aanbiedingen.

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten