Reinbert de Leeuw, de éminence grise van de hedendaagse muziek, kreeg bij zijn 75ste verjaardag een cadeau van het Residentie Orkest. Vijf jaar lang mag hij zelf uitgekozen sleutelwerken uit de twintigste eeuw uitvoeren. Het eerste concert uit de reeks begint met de reusachtige klap van de Big Bang uit De Tijd, Andriessens muzikale onderzoek naar tijdsperceptie.
Louis Andriessen baseerde De Tijd onder meer op De belijdenissen van Augustinus (4e eeuw) en Dantes Goddelijke komedie (14e eeuw). De Tijd gaat over wat tijd is, de muzikale beleving van tijd en filosofie van tijd. In het stuk onderzoekt Andriessen de relatie tijd – eeuwigheid. Hij ging te rade bij Einstein, Newton en Reichenbachs Space-Time Theory (1928), maar dit was hem te ingewikkeld en hij kwam uiteindelijk uit bij de middeleeuwse boeken van Ockham, de visioenen van Hadewijch en Augustinus en Dante. Na twee jaar inlezen over het omvangrijke onderwerp ‘tijd’ zette Andriessen pas de eerste noot op papier. Hij zette de volgende tekst van de kerkvader Augustinus op muziek: “Wat immers is de tijd? Wanneer iemand het mij vraagt, weet ik het. Wanneer ik het iemand die het mij vraagt zou willen verklaren, weet ik het niet.”
Naast literair-filosofische invloeden, spelen getalsverhoudingen een grote rol in Andriessens muziek. Hij begint het componeren met ‘sommetjes maken’ en akkoorden uitzoeken, zoals een kok vóór het koken de kruiden op een rijtje zet. De verhoudingen van De Tijd zijn afgeleid van de afmetingen van de kathedraal van Reims. De ruimte is in klank omgezet. De getallen 2 en 3 en de verhouding hiertussen spelen een belangrijke rol in het stuk. In de middeleeuwen werd muziek verdeelt in tweedelige en driedelige maatsoorten: tempus imperfectum en tempus perfectum. De laatste werd aangegeven door een cirkel, iets zonder begin en einde, en deze verbindt Andriessen met het metafysische denken en de open vorm. Het tempus imperfectum verbindt Andriessen met regelmatige onderverdelingen.
Het werk is gebaseerd op de combinatie van twee verschillende tempi waarvan de uitkomst tot in het kleinste detail gecontroleerd is. Alles lijkt hetzelfde te blijven, maar er zitten nauwelijks waarneembare versnellingen in. Over de beleving van de luisteraar zegt Andriessen: ‘Ik denk dat de luisteraar wel degelijk vermoedt dat de vorm van het stuk streng gecalculeerd is, maar ik denk ook dat dat er essentieel voor hem niet toe doet. Er zullen maar weinig mensen de aanvechting hebben om het stuk ‘na te tellen’. Ik beschouw dat als een kwaliteit.’
Volgens Reinbert de Leeuw gaat De Tijd over uitstellen: ‘Hoe lang kun je een noot of een akkoord uitstellen om te zorgen dat het je werkelijk raakt? Andriessen heeft vooral een obsessie met het uitstellen van basnoten, maar als hij eenmaal komt, dan komt-ie ook werkelijk. Dat maakt het werk indrukwekkend.’
Pierre Boulez is een van de belangrijkste avant-garde componisten en dirigenten van na de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk zou hij exacte studies gaan volgen, maar hij ging naar het Parijse conservatorium waar bij Olivier Messiaen studeerde. Hij bestudeerde de twaalftoontechniek en componeerde seriële muziek zoals Structures voor twee piano’s (1952) waarin behalve toonhoogte ook andere parameters vastgelegd werden. Vanaf zijn Derde Pianosonate (1957) schrijft hij stukken met ‘gecontroleerde kans’, aleatoriek genoemd, waarbij musici meer vrijheid hebben dan de strenge seriële muziek. Hij gaat hierin echter niet zover als John Cage, waarbij de uitvoerenden volledig vrij zijn in wat ze spelen. Bij Boulez kunnen de musici kiezen uit verschillende noten die de componist gedetailleerd heeft opgeschreven. Zijn Rituel in memoriam Bruno Maderna is hiervan een voorbeeld. Maderna, die in 1973 op zijn 53e overleed, was een bevriende collega-componist en dirigent van Boulez.
Rituel ging in 1975 onder leiding van Boulez in Londen in première. Hij beschreef het werk als ‘een ceremonie van het geheugen, waarin verschillende herhalingen van formules steeds in een ander perspectief opduiken’.
tekst Ruben Heimans
14:00
Zuiderstrandtheater
Claude Debussy –
Prélude à l'après-midi d'un faune
Pierre Boulez –
Improvisation I sur Mallarmé: "Le vierge, le vivace et le bel aujourd'hui"
Karlheinz Stockhausen –
Refrain nr. 11
Pierre Boulez –
Improvisation II "Une dentelle s'abolit"
Maurice Ravel –
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé
AskolSchönberg / Slagwerk Den Haag / Etienne Siebens, dirigent / Katrien Baerts, sopraan
Om 13.30 uur geven Etty Mulder en Thea Derks een inleiding op het programma van deze editie
15:30
Zuiderstrandtheater
Steve Reich –
Drumming
Slagwerk Den Haag
Foyerconcert
17:30
Korzo
Dick Raaijmakers –
Pianoforte
György Ligeti –
3 Stücke für 2 Klavieren
George Crumb –
Music for a Summer Evening (Makrokosmos III)
Dick Raaijmakers –
Pianoforte
Emiel Janssen, piano / Tim Sabel, piano / Marc Wielart, piano / Niek Kleinjan, slagwerk / Konstantyn Napolov, slagwerk
19:00
Grote Kerk
Ángel Faraldo –
nieuw werk voor carillon
Lars Kynde –
nieuw werk voor carillon
Instrument Inventors Ensemble
20:15
Dr Anton Philipszaal
Louis Andriessen –
De Tijd
Pierre Boulez –
Rituel
Residentie Orkest / Studenten Koninklijk Conservatorium / Reinbert de Leeuw, dirigent
22:15
Grote Kerk
Rites for a new utopia
Lars Kynde –
nieuw werk
Ángel Faraldo –
nieuw werk
Mariska de Groot –
nieuw werk
Matteo Marangoni –
nieuw werk
Dieter Vandoren –
nieuw werk
Horst Rickels –
Partita for Variable Air Compression
Instrument Inventors Ensemble
12:00
Koninklijk Conservatorium
Boulez Symposium
Pierre Boulez
Stichting Pierre Boulez
browsehappy.com sluiten