Mozart Revisited
Louis Andriessen
–
M is for Man, Music, Mozart
Sascha Thiele
–
Qualche volta almeno – Sometimes at least
Jan-Peter de Graaff
–
All Rise (Ouverture)
Sam Wamper
–
Maledizione
Jan Kuhr
–
Finishing blow8
Mozart
–
Symfonie nr. 39
Residentie Orkest / Ed Spanjaard, dirigent / Nora Fischer, zang
Als onderdeel van ‘250 jaar Mozart in Den Haag’ nodigt het Residentie Orkest vier jonge componisten van Codarts Rotterdam en het Haags Koninklijk Conservatorium uit een hommage aan Mozart te componeren. Aangevuld met de klassieker van Louis Andriessen en Mozarts geniale 39e symfonie.
De eerste samenwerking tussen filmregisseur Peter Greenaway en componist Louis Andriessen dateert uit de tijd dat ze samen voor de BBC de tv film M is for man, music, Mozart (1991) maakten, waarin op een amusante manier de spot wordt gedreven met de idolate aspecten van weer een herdenkingsjaar voor Mozart. Een zangeres zingt (zonder vibrato) een aantal liederen die worden afgewisseld met instrumentale delen die (net als in de film) gaan over een alchemist die een mens creëert en vervolgens leert bewegen en componeren. In het laatste deel bewerkt Andriessen Mozarts pianosonates KV 310 en KV 545 tot een droge, bijtende Stravinskiaanse context.
Muzikaal gezien klinkt het werk vrij tonaal en daardoor toegankelijk, maar door de ongewone bezetting toch ook wat vreemd. De vocale partij (senza vibrato sempre) refereert aan Kurt Weill en Darius Milhaud, die beiden balanceerden op de grens tussen klassieke en populaire muziek. De tedere saxmelodieën in Vesalius en in Instrumental II roepen expliciet Milhauds Création du Monde voor de geest, een gepaste referentie in een film over schepping.
De zomer van 1788 was niet de vrolijkste tijd van Mozart. In het voorjaar verloor hij een kind, zijn vrouw was ziekelijk en met zijn eigen gezondheid was het eveneens matig gesteld. Door schulden was het gezin genoodzaakt naar de rand van de stad te verhuizen. De componist had nauwelijks werk. Mozart was 33 jaar toen hij aan de klus begon. Geen opdracht maar puur uit passie en wilskracht zette hij de drie symfonieën op papier.
De uitgebreide inleiding van symfonie 39 heeft alles weg van een ouverture voor een groot werk. Het laatste deel van deze symfonie, het allegro, zou naadloos over kunnen gaan in het eerste deel van symfonie 40, eveneens allegro, donker van kleur met lage strijkers. Na deze twee symfonieën komt de apotheose, symfonie 41, bijgenaamd Jupiter. Mozart laat ons in de Jupiter een aantal keer prachtig fugamateriaal horen dat ons doet denken aan zijn grote voorganger Bach.
‘Een symfonische drie-eenheid’, zo karakteriseren muziekwetenschappers Mozart’s laatste drie symfonieën. De werken zijn in een tijdsbestek van amper anderhalve maand tot stand gekomen. Joseph Haydn schreef in die tijd over Mozart: “Ik weet zeker dat Mozart van alle levende componisten de grootste is…”