Bachs Kunst der Fuge à la Kraftwerk
In de Grote Zaal van Paard van Troje sluit de Dag in de Branding af met een optreden van Laibach, een recalcitrante, Sloveense muziekgroep die actief is sinds 1980. Laibach staat bekend om zijn coverversies en speelt Bachs ‘Kunst der Fuge’ op kraftwerkachtige wijze met minimalistische instrumentele techno en electro-sounds. De oorspronkelijke ‘Kunst der Fuge’ wordt vandaag de dag nog steeds beschouwd als Bachs muzikale opus ultimum en als meest geniale voorbeeld van muzikale composities uit de Duitse barok. Gekeken naar de muziek zelf lijkt het een strikt theoretisch en technisch stuk. Het is zelfs niet duidelijk of Bach ooit de bedoeling had om het uit te voeren.
‘Die Kunst der Fuge’ (BWV 1080) is een collectie van veertien fuga’s en vier canons, gecomponeerd door Johann Sebastian Bach tussen ca. 1742 en 1750 en postuum – in onvolledige vorm – uitgegeven in 1751. De compositie is een catalogus van mogelijkheden in contrapunt. Elke fuga, door Bach contrapunctus genoemd, is, afgezien van de onvoltooid overgeleverde laatste fuga, gebaseerd op een eenvoudig grondthema, dat in de eerste fuga wordt geïntroduceerd.
De compositie is door tijdgenoten, latere componisten en muziektheoretici tot de 20e eeuw gewaardeerd als een praktisch klavierwerk. Pas in de 20e eeuw is om een aantal redenen een sluier van mysterie getrokken over het werk. Ten eerste heeft Bach het werk niet kunnen voltooien. Het werk is onvolledig overgeleverd, maar de vraag is of Bach het werk wellicht niet heeft kunnen afmaken door zijn overlijden of dat het ontbrekende deel simpelweg zoek geraakt is. Een tweede mysterie is voor welk instrument het werk eigenlijk geschreven is. Bach heeft elke stem – de fuga’s, dubbelfuga’s, spiegelfuga’s enz. zijn alle hooguit vierstemming – afzonderlijk, in partituurvorm, genoteerd. Dat dit destijds gebruikelijk was voor dergelijke klavierwerken in contrapunt heeft niet verhinderd dat het werk in de 20e eeuw aanleiding heeft gegeven tot discussies en speculaties over de vraag voor welk instrument of welk ensemble Bach het werk bedoeld zou hebben. Tot slot speelt de vraag of Bach een uitvoering van het werk voor ogen had. Wilde Bach alleen een academisch bewijs van zijn kunnen tonen of had hij werkelijk een uitvoeringsstuk voor ogen bij de compositie van de Kunst der Fuge? Misschien dat Laibachs aanpak van de Fuge gezien moet worden als een ode aan Bachs ingenieuze constructieve vermogen. Laibach valt op door muziek en voordracht. In traditionele alpinisten kleding, Laibach armbanden en met barokke pruiken zullen zij het podium betreden.