Lois Vierk (1951, USA) is een componiste die wel te boek staat als ‘post-minimalist’ of ‘totalist’. Ze studeerde piano, etnomusicologie en compositie aan de UCLA en Cal Arts, o.a. bij Leonard Stein en Morton Subotnick. Ook heeft ze intensief Gagaku muziek bestudeerd (klassieke muziek van het vroegere Japanse keizerlijke hof). Ze maakte naam met een series ‘multiples’ (een term uit de beeldende kunst, die staat voor ensembles van eenzelfde instrumentsoort), maar schreef later ook voor gemengde ensembles. Bepalend voor Vierks hoogstpersoonlijke en indringende idioom zijn o.a. de genoemde Gagaku en de rigiditeit van de vorm. Ze past veel expressieve glissandi toe en structureert haar werk meestal zo dat de veranderingen in textuur, tempo en harmonie leiden tot een gradueel crescendo. Red Shift geldt als haar grootste hit en kent bij uitstek ook beide kenmerken. Het werk (waarvan de titel verwijst naar het kleuren-Doppler-effect van het uitdijende heelal) lijkt op rockmuziek en ontaardt langzaam maar zeker in een soort dollemansrit.
Daarnaast wordt van Vierk het titelstuk Yeah Yeah Yeah uitgevoerd, geschreven voor piano solo. Het is gebaseerd op het Beatle-nummer She loves you, waarvan de eerste frase, een stijgende toonladder, zich uitstrekt over de 43 eerste maten van Vierks compositie. Nadien volgt het stuk de harmonische structuur van de song en helemaal op het einde van het werk wordt de muzikale frase ‘yeah, yeah, yeah’ zachtjes door de piano gefluisterd. New York Times schreef over haar werk: “genuinely exciting… stirring climaxes… distinctive monumentality”.
Claudio Baroni (1965, Argentinië) studeerde piano en sonologie in Buenos Aires, en sinds 1998 aan het Koninklijk Conservatorium bij Clarence Barlow, Gilius van Bergeijk en Martijn Padding. Sindsdien woont en werkt hij als componist in Nederland en schreef hij composities voor vele ensembles en festivals. Het Output festival vroeg hem in 2007 om een stuk te componeren in dezelfde bezetting als Vierks Red Shift, hetgeen resulteerde in InCircles II voor vier musici (elektrische gitaar, cello, synthesizer/piano, percussie). Baroni haalde zijn inspiratie bij de video-installatie The Veiling van kunstenaar Bill Viola, waarin beelden van een man en vrouw die in nachtelijke landschappen bewegen, worden geprojecteerd op sluiers van losjes opgehangen stof, waarbij de man en vrouw elkaar langzaam naderen van het donker naar het licht, en elkaar in het midden doorkruisen. InCircles II bestaat uit twee delen als twee personages: het eerste beweegt zich rond een enkel accoord, in voortdurende expansie; het tweede, meer statisch en veraf, kan worden gezien als tegenhanger. De elektrische gitaar is de spil van het werk, dat wordt gekenmerkt door de natuurlijke harmonische samenhang tussen gitaar en cello en een rijk netwerk van boventonen, gecreëerd uit de nauwe samenhang van klankkleuren uit de synthesizer.
Yannis Kyriakides (1969, Cyprus) emigreerde naar Engeland in 1975 en leeft sinds 1992 in Nederland. Hij studeerde musicologie, en later compositie bij Louis Andriessen; andere invloeden waren Dick Raaijmakers en Jani Christou. Hij is mede-artistiek leider van MAE en doceert compositie aan het Koninklijk Conservatorium. Als componist streeft hij naar het creëren van nieuwe- en mengvormen van verschillende media en geluidsbronnen, het onderzoeken van de elementen tijd en ruimte, en van de relatie tussen taal en emotie in de muziek. In Telegraphic, in 2007 geschreven in opdracht van Slagwerkgroep Den Haag en Champ d’Action, grijpt Kyriakides naar een ander type van coderen: de telegraaf, die letters omzet in ritmische combinaties van korte of lange pulsen. Een versterkt instrumentaal ensemble wordt door een computer gevoed via 6 morsesleutels. Het tikken met de morse-apparatuur wordt door de elektronica ‘gedecodeerd’ als instructies om de geluidsversterking en de klankkleur van het ensemble te beïnvloeden. Zo wordt een intussen in onbruik geraakte technologie aangewend om een hommage te brengen aan oude encryptie-technieken en tegelijk een reflectie over communicatie en verborgen boodschappen op gang te brengen.
Alvin Lucier (1931, USA) pionierde op vele terreinen van compositie en uitvoering van muziek, waaronder de notatie van fysieke gebaren door de musici, het gebruik van hersengolven in live performance, het genereren van beeld door geluid in vibrerende media, en de opwekking van kamer-akoestiek voor muzikale doeleinden. Recent schreef hij ook een serie geluidsinstallaties en werken voor solo-instrumenten, kamermuziekensembles en orkest, waarbij geluidsgolven door de ruimte gaan zweven door middel van nauwkeurige afstemming van pure tonen.
Zo ook in Kettles voor 5 pauken en twee oscillatoren. Hierin worden de beats die spontaan worden opgewekt door de interferentie van twee uit elkaar lopende sinustonen, gecombineerd met de pauken, die elk op een andere trap binnen een grote terts, de natuurlijke trillingen van de sinusinterferenties proberen na te bootsen. In navolging van de geleidelijk uit elkaar lopende en weer tot elkaar komende sinustonen, versnelt de een geleidelijk, terwijl de ander verlangzaamt en een centrale speler het middengebied verkent. Dit leidt tot vele curieuze en onvoorspelbare ‘trompes les oreilles’.
Slagwerkgroep Den Haag bestaat uit zes musici, zo’n zeshonderd instrumenten en een repertoire dat bijna de gehele literatuur van westerse slagwerkcomposities tot heden beslaat. Slagwerkgroep Den Haag en Champ d’Action zijn twee in eigentijdse en nieuwe muziek gespecialiseerde ensembles die sinds 2005 regelmatige samenwerken, wat zich uitte in o.a. diverse programma’s met minimal music (2004-2007), het gezamenlijk ontwikkelde semi-scenische project Hildegard van James Wood (2005-2006) en een programma voor elektronica en slagwerk met drie opdrachtwerken van Dmitri Kourliandski, Serge Verstockt en Yannis Kyriakides (2007).
Slagwerkgroep Den Haag
Fedor Teunisse | Marcel Andriessen | Elyssa Shalla | Lester Rodriguez | Marijn Korff de Gidts | Bart de Vrees
Champ d’Action: Yutaka Oya (piano) | Arne Deforce (cello) | Tom Pauwels (gitaar) | Marcel Andriessen (percussie) | Lode Leire (contrabas) | Sabine Warnier (fluit) | Sabine Uytterhoeven (klarinet) | Thomas Moore (trombone) | Maarten Buyl (elektronica).