Deze laatste editie van het Dick Raaijmakers jaar stond geheel in het teken van de spelende mens. De ernst van het spel en het spel met de ernst dat Raaijmakers’ oeuvre kenmerkt, vormde een brug naar werken van György Kurtág, Mauricio Kagel en Karlheinz Stockhausen. Leidraad bij deze programmakeuzes was Raaijmakers' laatste publicatie Cahier M, kleine morfologie van de elektrische klank (2000), waarin hij collega-componisten uitvoerig becommentarieert. In het Gemeentemuseum werden Ideofoon 1 en Ideofoon 3 van Raaijmakers geëxposeerd.