In KORZO 5HOOG is een nieuw werk van choreografe Neel Verdoorn (1962) op muziek van componiste Kate Moore te zien. Leden van het ensemble ‘Earmassage’ voeren de muziek uit. Op 29 november klinkt het eerste deel van een vierluik: PUUR I. De muzikant vormt een duet met een danser in een spannende dialoog waarin de gelijke verhouding tussen beweging en muziek centraal staat.
Voor de eerste miniatuur heeft Neel Verdoorn gekozen voor danser Andreas Guck en muzikant José (Pepe) Garcia. De Effort-Factor Stroming is de leidraad voor dit duet. Danser en muzikant creëren een spanningsveld waarin zij de controle over zichzelf en de omgeving aftasten. In hoeverre laten wij ons leiden door de verrassingen van het leven en wanneer willen we weer volledige controle hebben? Wanneer kun je volledig loslaten en wanneer is het tijd voor het verzet? Het doel is om een spanning te creëren die zo hoog wordt opgevoerd dat het op elk moment kan knappen. Wat gebeurt er zodra dit gebeurt: valt alles in duigen of is het juist een bevrijding? Tijdens dit duet verkennen muzikant en danser de verschillende gevoelens die hiermee gepaard gaan. Danser en muzikant ervaren in extreme mate hoe het duet kan leiden van eindeloos tot begrensd, van aanvaarden tot verzet, van loslaten tot vasthouden.
Neel Verdoorn is in het Nederlandse dansveld geen nieuwkomer meer. Door haar voortdurende ontwikkeling als choreografe nodigen diverse gezelschappen en productiehuizen haar steeds opnieuw uit werk te creëren. Neel Verdoorn startte na haar studie aan de Rotterdamse Dansacademie haar carrière als danseres bij de gezelschappen Reflex en Djazzex. In de loop der jaren ontwikkelde zij zich steeds meer tot choreografe. Zij maakte eigen werk voor onder meer Djazzex, Dansgroep Krisztina de Châtel, Korzo producties, Budapest Tanzinhas, het Scapino Ballet Rotterdam en het Aterbaletto in Italië. Verdoorn is hiernaast een veelgevraagd gastdocente aan de dansopleidingen van Nederland. Samen met Paula van Oest maakte zij de dansfilm ‘I want you, not the money’, die werd uitgezonden door de NPS en de BBC.
Kate Moore is componiste en celliste. Ze woont en werkt in zowel Nederland als Australië. Ze heeft muziek geschreven voor ensembles in alle delen van de wereld, waaronder Ensemble Syntonia, Ensemble Klang en The Song Company. Op dit moment werkt ze samen met de Bang on a Can All Stars aan een nieuw stuk, met steun van het People’s Commissioning Fund. Tevens componeert ze een nieuw werk voor een eigentijds muziektheaterstuk van regisseur Matthias Mooij. Haar werk is uitgevoerd op diverse locaties, waaronder The National Gallery of Australia, The Museum of Modern Art in Massachusetts (VS), Muziekgebouw aan ‘t IJ in Amsterdam en Théâtre des Bouffes du Nord in Parijs.
PUUR miniatuur I
De ‘percussieharp’ is ontstaan na vele gesprekken tussen componiste Kate Moore en choreografe Neel Verdoorn. Verdoorn wilde de concepten “flow”, “tijd”, “ruimte” en “gewicht” verkennen, elementen uit de theorie en uitvoeringspraktijk van Laban. In dit specifieke stuk is “flow” het element dat op de voorgrond staat. Verdoorns choreografie richt zich op het vloeien van bewegingen en de evolutie van vormen van positie tot positie.
Uitgaand van de ideeën van Verdoorn ontwikkelde Moore een compositieconcept voor percussionist Juan Martinez dat als tegenwicht voor dit idee van vloeiende beweging zou dienen, namelijk het beperken van “flow”. Ze ontwierp een muziekinstrument gemaakt van koorden en touwen. De meest voor de hand liggende manier om iemand te beperken in zijn beweging is ten slotte om hem vast te binden. De volgende stap in de ontwikkeling was een ‘kooi’ van steigerpijpen en metaaldraad. Het draad werd zo strak opgespannen dat het bespeelbaar werd (zoals de snaren van een harp). Martinez kreeg de opdracht het instrument van binnenuit te bespelen: ingesloten in een kleine ruimte binnen de oneindige ruimte van de danser.
Ten slotte was het de uitdaging om een dialoog tot stand te brengen tussen deze twee tegengestelde werelden. Deze dialoog werd een interessant contrapunctueel proces, waarin voor de danser alles draaide om de manier waarop de percussionist fysiek zijn ‘percussieharp’ bespeelde. De twee reageerden over en weer op elkaar en zo ontstond de “flow” tussen de danser en de percussionist.