De jubileumeditie van Dag in de Branding opent in Theater De Regentes. Daar speelt het Ensemble van het Koninklijk Conservatorium een speciaal voor het festival samengesteld programma van Carters kamermuziek ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag. Uitgevoerd wordt onder meer A Mirror on which to dwell (1975), een liederencyclus op teksten van Elizabeth Bishop. In dit concert klinken ook liederen van Charles Ives, één van de grote voorbeelden van Carter.
Elliott Carter (New York, 1908) raakte serieus geïnteresseerd in muziek op de middelbare school en werd daarin aangemoedigd door Charles Ives. Carter wordt wereldwijd erkend als een van de belangrijkste vernieuwers in de muziek van de twintigste eeuw. In 1960 won hij zijn eerste Pulitzer-prijs voor zijn visionaire bijdragen aan de traditie van het strijkkwartet. De orkestwerken die hij daarna schreef, Double Concerto for harpsichord, piano and two chamber orchestras (1961) and Piano Concerto (1967), werden door Stravinsky ‘meesterwerken’ genoemd.
Met zijn verkenningen van temporelaties en textuur is Carters innovatieve en dynamische werk onmiskenbaar Amerikaans van karakter. Soms, zoals in werken als String Quartet No 1, roept het associaties op met de immensheid van het Amerikaanse landschap. Maar evengoed kan zijn complexe contrapunt in bijvoorbeeld het Concerto for Orchestra de dichtheid en de hectiek van de grote steden oproepen. De laatste paar jaar is hij bijzonder productief geweest, met zowel grote orkestwerken als Micomicón en Soundings als talrijke kamermuziekstukken. Carters latere stijl kenmerkt zich door transparantie, helderheid van textuur en een nieuwe directheid in de formele opzet.
Het feest ter ere van Carters honderdste verjaardag is al in volle gang: de BBC Symphony Orchestra presenteerde in januari 2006 Get Carter: De muziek van Elliott Carter in de Barbican Hall. Deze concertserie besteedt aandacht aan onder meer Carter’s orkestrale werken, strijkkwartetten, pianostukken en concerti. In 2008 verschijnt het werk van Carter op de lessenaars van het ASKO Ensemble, de Radio Kamer Filharmonie, New Juilliard Ensemble, het Orkest van het Oosten, Tanglewood Music Center Fellows en diverse symfonie orkesten in de VS.
’A Mirror on Which to Dwell’
door Elliott Carter
‘Het eerste dat ik besloot nadat ik had toegezegd een liederencyclus te schrijven voor Speculum Musicae was dat het een cyclus voor sopraan en kamerorkest zou zijn. De gedichten van Elizabeth Bishop vond ik indrukwekkend door de combinatie van de heldere inhoudelijke samenhang en het fantasierijke gebruik van klanken, die al de suggestie geven van een zangstem. Ik kon uitstekend overweg met de richting die de klanken aangaven. Ze geven bijna een tweede laag van betekenis, soms ironisch, soms gepassioneerd, die een speciale, soms zelfs tegenstrijdige, ondertoon geeft aan het verhaal van de woorden. De volgorde van de liederen is geheel door mij bepaald, waarbij ik heb gekozen voor een afwisseling van bespiegelingen over de natuur, de liefde en het isolement.
De titel A Mirror on Which to Dwell is een regel uit het gedicht Insomnia. De reden voor deze keuze was deels het feit dat deze regel lijkt te staan voor de wereld die spreekt uit de gedichten. Deels omdat ik de muziek een spiegel voor de woorden wilde laten zijn en deels vanwege Speculum Musicae, de naam van de organisatie die de opdracht gaf voor het werk, ter gelegenheid van de U.S. Bicentennial. De cyclus is voor het eerst uitgevoerd op 24 februari 1974 in New York door Susan Davenny Wyner en Speculum Musicae onder leiding van Richard Fitz. Het stuk is opgedragen aan deze musici.
Charles Edward Ives (Danbury, Connecticut 1874 – New York 1954) wordt algemeen beschouwd als een van de eerste Amerikaanse klassieke componisten van internationale betekenis. De muziek van Ives werd grotendeels genegeerd tijdens zijn leven en veel van zijn werken bleven vele jaren onuitgevoerd. Na verloop van tijd zou Ives worden gerekend tot de ’American Originals‘, componisten die werkzaam zijn in een unieke Amerikaanse stijl, met duidelijke binding met de Amerikaanse folk muziek.
Charles Ives – Berceuse | Charles Ives – Memories
Merel van Geest (zang), Erwin Weerstra (piano)
Elliott Carter – Esprit Rude/Esprit Doux I
Frances Elliot (fluit), Anna voor de Wind (klarinet)
Charles Ives – The worlds highway | Charles Ives – Dreams
Merel van Geest (zang), Erwin Weerstra (piano)
Elliott Carter – Immer neu
Sandra Simon (hobo), Astrid Haring (harp)
Elliott Carter – Figment II | Remembering Mr Ives
Antonios Pratsinakis (cello)
Charles Ives – Songs my mother taught me | Charles Ives – Tom sails away
Ekatarina Levental, Erwin Weerstra (piano)
Elliott Carter – Esprit Rude/Esprit Doux II
Hector Palomar Chicarro (fluit), Grimur Helgason (klarinet), Adam Jeffrey (marimba)
Charles Ives – In Flanders Fields | Charles Ives – The Greatest Man
Ekatarina Levental, Erwin Weerstra (piano)
Elliott Carter – A Mirror on which to dwell
- Anaphora
- Argument
- Sandpiper
- Insomnia
- View
- O breath
Dirigent: Christian Karlsen
Katrien Baerts (sopraan), Elodia Climent (fluit), Janos Implon (hobo), Jasper Grijpink (klarinet), Orlando Aguilar Velazquez (slagwerk), Akana Takada (piano), Clara Kim (viool), Max Knigge (altviool), Willem Stam (cello), Jiovanni Tabada (bas)
Christian Karlsen (Stockholm, 1985) begon op vierjarige leeftijd viool te spelen. Toen hij dertien was begon hij met lessen orkestdirectie bij de Finse maestro Jorma Panula, die hem aanmoedigde hiermee door te gaan. Twee jaar later dirigeerde Karlsen een orkest bestaande uit leden van de Royal Stockholm Philharmonic Orchestra. Christian Karlsen nam lessen bij John Carewe in London en nam deel aan masterclasses van George Hurst, Stefan Karpe, Hartmut Haenchen en Jorma Panula.
Christian Karlsen werkte met orkesten als de Radio Kamer Filharmonie (Karlheinz Stockhausen), het Noord Nederlands Orkest en diverse Finse ensembles. Als assistent van Ed Spanjaard en Jac van Steen werkte hij bij de Dortmund Opera, het Residentie Orkest, Musikkollegium Winterthur, het Limburgs Symfonie Orkest en het Nieuw Ensemble. Sinds 2004 studeert Karlsen orkestdirectie bij Jac van Steen aan het Koninklijk Conservatorium.