za 29 mei 2010
15:00
Ministerie van Financiën

In het Atrium van het Ministerie van Financiën presenteert Dario Fo de opera Oresteia van Iannis Xenakis. Xenakis baseerde deze opera op de Oresteia
van Aeschylus uit de 5e eeuw voor Christus (de enige compleet overgeleverde toneel-trilogie uit de klassieke oudheid). Het is een avant-gardistisch werk en wordt niet vaak opgevoerd in Nederland. Toch is het in de visie van Dario Fo bijzonder geschikt om als ‘community art’ uit te voeren met amateurs en professionals. Nieuwe muziek van iedereen, voor iedereen.

Dag in de Branding bereikt een breed publiek met concerten van hedendaagse muziek op bijzondere locaties. Het festival programmeert niet alleen voor bestaande concertzalen, maar zoekt vooral de juiste
locatie bij elk project, zodat de visuele en de akoestische ervaring elkaar versterken. Daarom wilde Dag in de Branding Xenakis’ opera Oresteia graag uitvoeren in het Atrium van het geheel gerenoveerde gebouw van het
Ministerie van Financiën. Het oorspronkelijke ontwerp van dit gebouw uit eind
jaren zestig was van de toenmalige rijksbouwmeester Jo Vegter en liet een sterk introverte kantoorkolos zien. Meyer en van Schooten Architecten maakten met de renovatie van het gesloten bolwerk een verrassend open
en transparant gebouw. Dit is bij uitstek te beleven in het atrium, de plek waar Oresteia zijn uitvoering krijgt. Het ministeriegebouw zal bij de voorstelling open zijn voor publiek dat kan kennismaken met een bijzondere architectonische aanpak. De juiste plek voor deze opera, zeker als je bedenkt dat componist Xenakis aanvankelijk is afgestudeerd als ingenieur en werkzaam is geweest als architect bij het ontwerpbureau van Le Corbusier. Zijn muziek is te verstaan als klankbeweging in de ruimte.
Wim Vos, programmeur | voorzitter Dario Fo

In de duisternis van de zogenoemde Griekse donkere eeuwen, toen Agamemnon slechts één van de vele helden, goden en halfgoden was in de mythologische verhalen die mondeling werden overgeleverd, is de afkomst van de geschiedenis van Agamemnon verloren gegaan. Agamemnon verschijnt voor het eerst op schrift bij de dichter Homerus, die in de achtste eeuw voor Christus de verhalen van de Grieks-Trojaanse Oorlog beschreef in twee epische werken, de Ilias en de Odyssee. In dit laatste epos verschijnt Agamemnons razende geest kort aan Odysseus om het verhaal van zijn moord te vertellen. In de eeuwen die volgden werd Agamemnon afgeschilderd als heldhaftig en machtig, maar ook vervloekt, twistziek, despotisch en roekeloos. Een figuur wiens leven en dood door de Griekse toneeldichters veel gebruikt werd als beeld voor talloze morele, theologische en politieke dilemma’s.

De Griekse tragedies die wij kennen, zijn slechts enkele stukken die bewaard gebleven zijn uit een omvangrijke toneelliteratuur. Auteurs als Aeschylus (5e eeuw voor Chr.), Sophocles en Euripides (4e eeuw voor Chr.) schreven tientallen stukken, die oorspronkelijk altijd werden opgevoerd als trilogie. Slechts één zo’n serie van drie bij elkaar horende tragedies is in zijn geheel overgeleverd: de Oresteia van Aeschylus uit 458 voor Christus. De Oresteia vertelt het verhaal van de moord op de oorlogsheld Agamemnon en de reeks van wraakoefeningen en bloedvergieten die hier het gevolg van was. Het eerste deel, de Agamemnon, vertelt het verhaal van de terugkomst van de Myceense koning uit de Trojaanse oorlog en de moord door zijn ontrouwe echtgenote Clytaemnestra en haar minnaar Aegisthus. Hoofdpersoon is de zieneres Kassandra die de moord ziet gebeuren. In Aeschylus’ versie is het Clytaemnestra die de moord plande; ten eerste laat ze Agamemnon in een heilig purperen gewaad rondlopen in de hoop de goden kwaad te maken, vervolgens steekt ze hem tijdens het baden neer. In het tweede deel, de Choephoroi (‘De offerplengsters’) zet Agamemnons dochter Elektra haar broer Orestes aan om de moord op hun vader te wreken. Ook het derde deel, de Eumeniden (‘De Genadigen’), draait om Orestes, de ongelukkige jongeman die voorbestemd was om zijn moeder te doden als wraak op zijn vaders moord. In dit laatste deel wordt Orestes achtervolgd door wraakgodinnen (de Erinyen) en wordt de familievloek tenslotte te ruste gelegd door de beslissing van een twaalfkoppige Atheense jury, die op initiatief van de godin Athena Orestes berecht voor de moord op zijn moeder en hem vervolgens vrijspreekt. Zo wordt een oude bloedwraak tenslotte door een regelmatige rechtspraak vervangen.

Componist Iannis Xenakis gebruikte dit gegeven over de mythologische oprichting van de Griekse rechtbank in zijn opera, geschreven in 1966 ter gelegenheid van een uitvoering van de trilogie Oresteia – enkele jaren nadat in Griekenland voor het eerst in de Europese geschiedenis een rechtbank werd opgericht voor moordzaken. Dat betekende het einde van de cultuur van de bloedwraak.

Tussen Xenakis en Aeschylus liggen ruim 2500 jaren, maar het onderwerp is tot op heden actueel. De kunst om de strijd met wapens te vervangen door de strijd met argumenten is een opgave die door de eeuwen heen om een onverminderde inspanning vraagt. Met overrompelende dramatische muziek brengt Xenakis dit oude verhaal tot leven. Zijn muziek laat invloeden horen van onder meer Byzantijnse kerkmuziek en de klankwereld van het Japanse NOH-theater. Dit wordt hoorbaar in de fascinerende slagwerkpartijen. Xenakis gebruikt slechts flarden van de teksten van Aeschylus. Het metrum van het oud Grieks bepaalt het ritmisch verloop van de muziek. Door het gebruik van kwarttonen probeert Xenakis te laten horen hoe de koren in de Griekse oudheid geklonken zouden kunnen hebben. Het koor geeft, net als in de oude Griekse tragedies, commentaar op de handelingen. In tegen- stelling tot het oud Griekse drama waar het koor slechts toeschouwer is, zal in deze voorstelling het koor ook aan de handelingen deelnemen. De scènes worden gespeeld door acteurs maar de teksten die zij zingen worden door het koor of delen van het koor gezongen. Oresteia van Dario Fo / Xenakis’ Oresteia is een avant-gardistisch werk en wordt niet vaak opgevoerd in Nederland. Toch is het in de visie van Dario Fo bijzonder geschikt om als ‘community art’ uit te voeren met amateurs en professionals. En community art is de ‘core business’ van Dario Fo. Al jaren loopt deze organisatie voorop in Nederland met gemeenschapskunst. In 1994 was de Mistero Buffo de eerste community opera, gevolgd door o.a. Carmen en Turandot, met meer dan 300 deelnemers op het podium en vrijwilligers achter de schermen en ieder 10.000 bezoekers en meer. Maar Dario Fo organiseerde ook kleine producties, zoals de opera Paleisgeheimen met een groep van 40 mensen met een verstandelijke beperking, het dansproject Dansen aan Zee of beeldende kunst projecten zoals Polanen toen en nu en Rembrandt de Nachtwacht. Gemeenschapskunst, waarbij mensen samen een productie realiseren, hun talent ontdekken en ontwikkelen, samen invulling geven aan de inhoud en/of vorm. Projecten waarin grenzen van durven en kunnen worden verlegd, grenzen tussen groepen worden geslecht.

In de Oresteia van Xenakis zijn de belangrijkste rollen voor de solozanger – een countertenor – de percussionist en het koor. De bezetting van het koor is door de componist voorgeschreven in een veelvoud van zes. Dario Fo kiest voor zestig volwassen stemmen en dertig kinderstemmen: amateur-talenten uit de regio Haaglanden en jonge talenten van Theaterschool Koperen Kees – onderdeel van Dario Fo. Deze samenwerking van professionals met amateurs geeft wederzijds impulsen aan kwaliteit; talentontwikkeling, houding en vaardigheden als respect, verwondering, durf, grenzen verleggen, aan leren door te doen, te luisteren, te kijken, te herhalen en vervolgens samen te doen.

Dario Fo, ondernemers in de kunst, wil kunst verbinden met bewegingen in de samenleving, samen met partners die bereid zijn te investeren in dynamische en creatieve projecten op het gebied van community art. Dario Fo wil iedereen de mogelijkheid bieden talenten te ontdekken en te ontwikkelen, en vraagt deelnemers om zichzelf 100% te geven en nieuwsgierig en eigenzinnig te zijn. Dario Fo combineert de inzet van een gedreven team met het meesterschap van professionele kunstenaars. Met die toegevoegde waarde, humor, enthousiasme en ongeremde creativiteit doet de organisatie recht aan de inspirerende naamgever Dario Fo.

dirigent – Rick Schoonbeek

Kassandra – Koos Sekrève | fluit – Rob van Dord | hobo – Dorine Schoon | esklarinet – Gea Plantinga | contrabasklarinet – David Kweksilber | contrafagot – Maxi Vera Vera | hoorn – Elske Groen | trompet – Sven Berkelmans | trombone – Johan Noothout | tuba – Ries Schellekens | cello – Örs Köszeghy | slagwerk – Orlando Aguilar en Mervyn Groot

regie – Wilma Sekrève | kostuums – Tanja Schwerdfeger en Wilma Sekrève | Produktie – Rick Schoonbeek, Wilma Sekrève, Tanja Schwerdfeger, Koos Sekrève, Nicole Daniëls, Paul Sekrève, Jolentha Zaat, Martin van Broekhoven

Altijd als eerste op de hoogte?
Schrijf u in op onze nieuwsbrief!

U ontvangt regelmatig programmanieuws en mooie aanbiedingen.

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten